Wie Benner zegt, zegt Friesland. Of de kunstenaar het hiermee eens was geweest, valt overigens te betwijfelen. Immers, Benners blik reikte verder dan de provinciegrenzen: zo woonde hij jarenlang in Amsterdam en gebruikte er het atelier van Karel Appel.

Maar zoals Groningen De Ploeg omarmt, zo trots zijn de Friezen op ‘hun’ Benner, gehecht als hij was aan de schoonheid van het Friese landschap. Immers, lange tijd vertoevend in de hoofdstad schilderde de kunstenaar vele malen, gravend in zijn herinnering, deze ‘wondere wereld’ van land, lucht en water. Bron van inspiratie was Friesland dus zéker, hoewel de natuurlijke omgeving in het algemeen, met haar vogels, bloemen en ruiters te paard, voor hem een dankbaar thema was.

Niet herkenbare locaties

Je kunt je afvragen, hoe Benner dat Friese landschap eigenlijk zag. Want wie in Benners landschappen herkenbare locaties denkt te kunnen vinden, komt bedrogen uit. Sterker nog, zelfs kenmerkende landschappelijke elementen zien we niet altijd. Kijkend bijvoorbeeld naar een geabstraheerde voorstelling als hiernaast afgebeeld, zien we slechts in stevig neergezette penseelstreken – die Benners voorkeur verraden voor brede kwasten – kleurrijke, geometrisch aandoende vormen. Ieder naar de werkelijkheid verwijzend motief, ieder betekenisvol detail is weggelaten.
Slechts de titel Fries landschap helpt ons het geheel te interpreteren als een landschap. De niet direct herkenbare vormen dienen we dus te associëren met de voor een landschap zo vertrouwde elementen: land, water, een horizon, een lucht met wolken en misschien een zon. Bovendien gaat het niet om een willekeurig landschap, immers, de titel veronderstelt dat Friesland model stond. Maar door de vergaande abstrahering is het niet een typisch Fries landschap geworden, eerder een typische Benner, althans voor de jaren zeventig. Benners interesse ging in die tijd vooral uit naar de compositie, om een overtuigende rangschikking van kleur en vorm op het platte vlak te krijgen. Vertaald in een bijna kinderlijk eenvoudige wereld van verf op doek, bracht hij zijn beleving van Friesland terug tot de essentie.

Massa

Overigens, wát een massa gaf hij aan het Friese landschap! Geen zwaarte door dik opgebrachte verf, zoals ook wel ontstond toen hij telkens weer het ene schilderij over het andere schilderde. Maar meer een gewicht veroorzaakt door grote vormen en een sterke verzadiging van pigment.
Vooral in Benners behandeling van de hemel valt dit op. Soms slechts een kwart van het beeldvlak innemend, vaker echter bijna beeldvullend suggereert hij dat – in tegenstelling tot natuurlijke wetmatigheden – de lucht eenzelfde soortelijk gewicht heeft als het materiële aardse.
Zoals in Fries landschap: een samenballing van wat waarschijnlijk lucht, wolken en zon voorstelt, drukt loodzwaar op het daaronder gelegen land, maar wordt als het ware opgetild door horizontale, verticale en schuine banen in rood, blauw, oker en groen die buiten het kader hun weg zoeken. De ruimte van Friesland stelde Benner in staat zich te concentreren op de dynamiek van wat zich erboven afspeelde: daar, in de lucht, zag hij het gebeuren.

Trefwoorden