Tot op die februari-ochtend was ik mij nooit bewust van enig bord. Op weg naar Groningen fietste ik langs de oude Zuidlaarderweg door het Kniphorstbosch. Halverwege was een bestelauto in de lemige zandweg weggezakt. In de laadbak een twintigtal verkeersborden met fietspadaanduidingen in een frisse nieuwe vormgeving.

Tot op die februari-ochtend was ik mij nooit bewust van enig bord. Op weg naar Groningen fietste ik langs de oude Zuidlaarderweg door het Kniphorstbosch. Halverwege was een bestelauto in de lemige zandweg weggezakt. In de laadbak een twintigtal verkeersborden met fietspadaanduidingen in een frisse nieuwe vormgeving. De twee kantonniers deden verwoede pogingen het scheef gezakte autootje weer uit de modder te trekken.
Wat doen deze jongens met zo’n lading in dit natuurterrein, was mijn eerste gedachte. ’s Avonds op de terugweg werd alles duidelijk. Op de driesprong naar Anloo stonden langs het eenvoudige schelpenpad in iedere richting drie gloednieuwe fietsborden. Ook verderop, bij de parkeerplaats, de camping en de begraafplaats glommen nieuwe borden in het avondlicht. Langs het onverharde en smalle fietspad van nog geen twee kilometer waren maar liefst elf nieuwe borden geplaatst. Het meest bizarre van deze ontdekking was niet de overdaad maar het feit dat deze mij al die jaren was ontgaan, want de nieuwe borden zijn gewoon in de plaats gekomen van de oude.
Wij zijn kennelijk immuun geworden voor de overkill aan verkeersborden en sluiten ons af voor het nutteloze. Want wat is nu het nut van zoveel borden langs een eenvoudig fietspad in een natuurgebied? Bij deze vraag verheft de bureaucraat belerend zijn vinger: ook in een natuurterrein heeft men zich te gedragen naar de regels van het gezag.
Maar de overdadige bebording heeft nauwelijks nog invloed op het gedrag. Het Kniphorstbosch op de noordelijke Hondsrug is het publieke domein geworden van de woonforens en de verpozende stadjer. Net als op de Grote Markt heeft zich hier buiten de regels om een informeel gedrag ontwikkeld dat steunt op gedogen en oogcontact. Zo wordt er sinds de opkomst van de terreinfiets meer buiten dan op de schelpenpaden gefietst. De tien gulden regels op de meer dan vijftig groene bordjes aan het begin van elk bos- of heidepad doen hier niets aan af. En wanneer de regen het lemige zandpad voor auto’s onberijdbaar maakt, gebruiken de uitwijkende automobilisten zonder scrupules het fietspad. Maar als er ondanks alles eens een ongelukje mocht gebeuren, krijgt het nutteloze toch weer nut en heeft de jurist het laatste woord.

Trefwoorden