De provincie Drenthe verzamelt al ruim 25 jaar gegevens over flora, vegetatie en (avi)fauna om bij haar provinciaal beleid ook de belangen van natuur en landschap mee te kunnen wegen. Dankzij het jarenlange veldwerk van ruim tweehonderd vrijwilligers en de bereidheid van verschillende instanties zoals Staatsbosbeheer, de Vereniging Natuurmonumenten en de Stichting Het Drentse Landschap om hun verzamelde gegevens beschikbaar te stellen, kon eind 1999 De Atlas van de Drentse Flora verschijnen.

In 1981 werd de Werkgroep Florakartering Drenthe (WFD) opgericht met als belangrijkste doelstelling om de resultaten van de veldinventarisaties vast te leggen in een verspreidingsatlas met informatie over alle in Drenthe voorkomende plantensoorten. Om dit doel te bereiken, hebben vele vrijwilligers in de periode 1982-1995 Drenthe doorkruist om per vierkante kilometer een zo volledig mogelijke lijst van aanwezige plantensoorten te maken. In totaal werden door de WFD en door medewerkers aan het flora- en vegetatieonderzoek van de provinciale milieukartering Drenthe 1.350.000 waarnemingen van 900 wilde of ingeburgerde plantensoorten na 1970 bijeengebracht in een geautomatiseerd bestand: het Informatiesysteem Natuur en Landschap provincie Drenthe. Uiteindelijk vormde dit gegevensbestand de basis voor de Atlas van de Drentse Flora.

Alle planten per kilometerhok

Het grootste gedeelte van de Atlas van de Drentse Flora wordt besteed aan de zeer toegankelijke beschrijvingen van de bijna negenhonderd plantensoorten die momenteel in Drenthe voorkomen. De soorten worden behandeld per ecologische groep, omdat verspreidingspatronen nu eenmaal niet bepaald worden door bijvoorbeeld een alfabetische volgorde. Van de zevenhonderd meest verbreide soorten zijn bij de beschrijving gedetailleerde kaarten opgenomen, die de verspreiding per vierkante kilometer (kilometerhok) weergeven. In de beschrijvingen wordt ingegaan op de relaties tussen verspreidingspatronen en landschap, de standplaatsen van de soort in Drenthe en de veranderingen in voorkomen. Bij elke plantensoort wordt een toekomstperspectief geschetst. Ook al zitten hier nogal wat open deuren tussen (‘door het ontbreken van kalkhoudende kleigronden blijft Donzige klit in Drenthe ook in de toekomst zeldzaam’), toch is het vermelden van een voorspelling een gedurfd en verrijkend initiatief. De flora heeft een extra Drents trekje gekregen, omdat de auteurs, daar waar bekend, ook de Drentse dialectnaam bij de planten hebben vermeld. Zo wordt Gestreepte witbol in Drenthe ‘Meeltoeffies’ genoemd, Vogelmuur ‘Mier’ en Zevenblad ‘Hanepoot’.

Relaties leggen

Op een transparant vel, dat bij de atlas is gevoegd, zijn kaartjes weergegeven van onder andere kwel- en infiltratiegebieden, grondsoorten en landschapstypen. Dit is een waardevolle toevoeging, omdat in één oogopslag relaties kunnen worden gelegd tussen het voorkomen van plantensoorten en hun abiotische omgeving. Dit vervolmaakt het boek tot een echt ecologische atlas met ruimte voor eigen interpretatie. Helaas zijn de kaartjes klein, waardoor oriëntatie op lokaal niveau moeilijk is. Het is jammer dat er geen topografische overzichtskaart is opgenomen met daarop het gehele raster van kilometerhokken.

Veranderingen

Het eerste gedeelte van de Atlas van de Drentse Flora bevat algemene hoofdstukken over de toegepaste methodiek, de relaties tussen flora, abiotische omgeving en cultuurhistorie, veranderingen in de Drentse flora gedurende de twintigste eeuw en de plantengeografische positie van de provincie. Vooral de veranderingen zijn boeiend om te lezen. Zo zijn sinds 1950 73 plantensoorten niet meer aangetroffen in Drenthe, die voorheen soms vrij algemeen voorkwamen. Het zal geen verwondering opwekken als geconstateerd wordt dat vooral plantensoorten uit bijvoorbeeld de ecologische groepen kalkrijke akkers en blauwgraslanden zijn ‘uitgestorven’ in Drenthe. Sterk afgenomen soorten behoren vooral bij de ecologische groepen van droge en natte heiden, blauwgraslanden, voedselarme wateren en voedselarme akkers. Dit komt overeen met de belangrijkste landschappelijke veranderingen in Drenthe: ontginning van heidevelden en venen en intensieve bemesting van het cultuurland. Door de vergroting van de voedselrijkdom van het milieu zijn daarentegen de planten van voedselrijke milieus flink toegenomen. Sinds 1970 hebben zich 39 soorten nieuw in Drenthe gevestigd, waarvan sommige zich explosief hebben uitgebreid. Een aansprekend voorbeeld is Deens lepelblad, die massaal reageert op de jaarlijkse verzilting van smalle bermstroken direct naast het wegdek van de grotere wegen als gevolg van gladheidsbestrijding. Omdat uitgebreid aandacht wordt besteed aan de interpretatie van de veranderingen en er tevens maatregelen worden aangedragen die zinvol zijn voor het behoud van bedreigde soorten, verschaft het boek de provincie Drenthe de nodige informatie om beleid te ontwikkelen.

Flora voor iedereen
Doordat de auteurs van de Atlas van de Drentse Flora erin geslaagd zijn om diepgaande informatie op een zeer toegankelijke manier te verpakken, is het boek zowel voor een breed lezerspubliek als voor de echte kenners een ‘must’. Door de ecologische opzet is de atlas ook in het onderwijs zeer goed bruikbaar. Opvallend aan de vele tekeningen en kleurenfoto’s is dat niet alleen bijzondere planten afgebeeld zijn, maar juist veelal de doodgewone soorten. De originele aquarellen van Manja Kwak verlevendigen het geheel op een bijzondere wijze.

De Atlas van de Drentse Flora (ISBN 90 6097 485 9) is verschenen bij Schuyt & Co Uitgevers en Importeurs BV te Haarlem; de winkelprijs bedraagt ( 98,50 gulden)

Trefwoorden