Steeds meer wordt de vormgeving van het landelijk bouwen losgemaakt van het omringende landschap en de bestaande bebouwing. Er is sprake van vervlakking op stedenbouwkundig en architectonisch gebied. De nieuwbouw verschraalt; dit proces wordt ook wel verschimmeling genoemd. Provinciale Staten van Groningen concludeerden dan ook dat dit proces moet worden afgeremd en omgebogen.

Inzet van de campagne over Landschappelijk Bouwen is de bewustwording voor dit thema bij een brede laag van de bevolking. Doel is meer draagvlak te creëren bij de plattelandsbevolking voor bouwplannen met meer kwaliteit. Tijdens de discussieavonden in de dorpen komt onder professionele leiding en goed voorbereid de kwaliteit van het bouwen in het landelijk gebied aan de orde. De resultaten van de avonden worden vastgelegd in een werkboek dat gebruikt kan worden door dorpsverenigingen en overheden. Ook is een lespakket opgenomen bestaande uit een video en schriftelijk materiaal dat voor het voortgezet onderwijs is ontwikkeld. Jongeren zijn actief betrokken bij het maken van dit lespakket.

Dorpse benadering

Al in 1996 heeft de Vereniging Kleine Dorpen Groningen (VKDG) bij haar leden (dorpsverenigingen en dorpsraden) gepolst of er belangstelling was om mee te doen aan een project voor landschappelijk bouwen; 36 van de 125 leden waren geïnteresseerd. In overleg met de ingestelde begeleidingscommissie (waarin VKDG, provincie, Welstand en Kunstencentrum) zijn zes dorpen geselecteerd voor de discussieavonden. Het betreft Nieuwolda (gemeente Scheemda), Visvliet (gemeente Zuidhorn), Kiel Windeweer (gemeente Hoogezand/Sappemeer), Engelbert (gemeente Groningen), Leermens (gemeente Loppersum) en Niekerk/Oldekerk/Faan (gemeente Grootegast). Met behulp van inleidingen over de kwaliteit van de bebouwing vroeger en nu, en van dia’s werd de discussie losgemaakt. In de discussies werden de volgende onderwerpen aan de orde gesteld:
* Wat zijn de specifieke kenmerken van het dorp?
* Moet er uitgebreid worden?
* Bestaan er stringente regels?
* Wat moet behouden blijven?
* Hoe is de invloed van nieuwbouw op het dorp?

Eigen identiteit

De belangrijkste conclusie is wel dat de inwoners hechten aan de instandhouding van karakteristieke zaken in hun dorp. Bij het doorpraten over de vrijheid van bouwen versus regels blijkt dat regels noodzakelijk zijn om wildgroei dan wel precedentwerking te voorkomen. Veel mensen zouden wel aangepast willen bouwen, maar gebrek aan goede informatie over alternatieven en financiële overwegingen leiden vaak tot de beslissing om een cataloguswoning te bouwen. Men vindt dat gemeenten bij een bouwaanvraag ook moeten wijzen op alternatieve mogelijkheden en dat men niet te veel regels moet stellen.
Dorpsverenigingen worden goede gesprekspartners gevonden voor gemeenten om de beeldkwaliteit van het dorp mee te bepalen, maar moeten niet meebeslissen over bouwplannen.
Economische belangen moeten niet uit het oog worden verloren, zo vindt men. Als de eigenaar van een supermarkt het zich niet kan veroorloven een hellend dak te realiseren dat past in het dorpsbeeld, dan moet een plat dak mogelijk zijn.
Eisen voor erfafscheidingen om bijvoorbeeld de groenrelatie naar het open landschap te versterken, gaat voor de meeste dorpsbewoners te ver. Projecten als Groene Dorpen zijn een beter middel om tot invulling van de groene ruimte te komen. Bij dit project doet men vrijwillig mee en zijn beplantingen met behulp van subsidies tegen gereduceerde prijs verkrijgbaar. Goede voorlichting en begeleiding in de besluitvorming voor het te bouwen huis is noodzakelijk om tot een goede beeldkwaliteit te komen.

Werkboek

De discussieavonden hebben geleid tot het werkboek Bouwen aan identiteit, een handreiking voor de aanstaande bewoner/eigenaar om deze de helpende hand te bieden bij het realiseren van verantwoorde bouwplannen. Daarnaast is het geschikt om dorpsverenigingen en gemeenten aan het denken te zetten over de vraag: Hoe ga ik om met de bestaande situatie, voor ik een bouwplan maak? In het boek wordt ingegaan op de historische ontwikkeling van dorpen en landschap, de dorpskarakteristieken, de jaren tachtig en negentig, procedures, variatie in standaardbouw en suggesties voor je eigen dorp.

Leerlingen over witte schimmel

De VKDG heeft samen met docenten en leerlingen van de scholengemeenschap Ubbo Emmius uit Stadskanaal en het Kunstencentrum een video en schriftelijk materiaal ontwikkeld. Dit materiaal kan worden ingezet in klas 3 van de bovenbouw. Gekozen werd voor een korte video met schriftelijk lesmateriaal. De video sluit aan bij het thema het Nederlandse landschap van Havo-3. De aardrijkskundedocenten zijn betrokken bij de inhoud van de lesbrief en leerlingen spelen mee in de video. De winnaar van het Noordelijk Liedjesfestival Kangoeroe Plof speelt een speciaal door hen voor de video gemaakte song. De VKDG denkt met dit project een behoorlijke impuls te hebben gegeven aan de bewustwording van de kwaliteit van het landelijk gebied. De VKDG heeft aan provinciale staten aanbevelingen gedaan voor een vervolg van het project.