Dit artikel gaat over ervaringen in de Emmense Veenkoloniën rond de dorpen Foxel en Roswinkel, over het geheim van een nieuwe manier van plannen maken: planvorming in dorpslandschappen. We hebben het gevoel dat we het afgelopen jaar samen wat bijzonders hebben beleefd met het werken aan het landschapskunstproject Was getekend, de Runde.

Behalve dat de informatie van het werkatelier gebruikt wordt in het nader vormgeven van de nieuwe Runde, leverde het de gemeente ook een werkwijze voor het omgaan met het buitengebied. Tijdens de werkateliers zat iedereen aan een grote tafel waarop de kaart van het gebied geschilderd was. Het ene verhaal riep het andere op en het inzicht in het gebied en haar bewoners groeide. Het project Was getekend, de Runde blijkt een voorbeeld te zijn van hoe zorgvuldig omgegaan kan worden met dorpslandschappen.

‘Het mooiste van dit land vind ik de ruimte, en als ik daar dan middenin sta kan ik de hoge bomen van Dordt (Nieuw Dordrecht) zien en weet ik precies waar ik ben.’
Een bewoner

Foxel en Roswinkel zijn twee dorpen in het gebied van de Herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën tussen Emmen, Emmer-Compascuum en Ter Apel. Tot de Tweede Wereldoorlog was het landschap ten oosten van Emmen een druk verveningsgebied, waarin veel mensen woonden en werkten. Daarna kwam de mechanische vervening op gang en sinds de jaren zeventig werd het in het hele gebied, zo ook in Foxel en Roswinkel, leeg en kaal. Het is nu een verwachtingsvol landschap dat rijp is voor nieuwe ontwikkelingen. Roswinkel is al vanaf de twaalfde eeuw bewoond. Tot voor de oorlog was het een zwaar beboste nederzetting met veel elzensingels. Het dorp was per schip bereikbaar over de Runde, de witte leuningen van de bruggetjes leven nog voort in de herinnering van bewoners. Op het moment is er weinig meer van te zien, het historisch aanzien van het dorp heeft zwaar te lijden gehad van de schaalvergroting in de landbouw. De sloten en vaarten zijn dicht en de bomenlanen zijn veelal gerooid. Ook de schans, in de reeks van forten en leidijken tussen Coevorden en Nieuweschans, is geëgaliseerd.
Foxel is een heel ander dorp; het bestaat uit een streekje met huisplaatsen langs de Foxel en een lint met woningen langs het Verlengde Scholtenskanaal. De twee linten hadden lange tijd contact. Haaks op de Runde, die stroomde tussen de twee kanalen, waren bosjes op veenrestanten. De laatste dertig jaar zijn deze opgeruimd, werd de Runde gedempt en verloor het gebied tussen de linten haar toegankelijkheid.
Zowel Roswinkel als Foxel zijn als twee eilanden in het omringend landschap komen te liggen. Uitsluitend de verharde wegen zijn openbaar toegankelijk, en die zijn lang, recht en meestal geasfalteerd. Ze zijn levensgevaarlijk geworden.
Er is veel ruimte, maar weinig plek; weinig plek voor ommetjes, recreatief medegebruik, natuurontwikkeling en dergelijke; wel dorpen met open ruimte, maar geen dorpslandschap meer. Dorpen in de leegte, als eilanden in zee, daar wilden we wat aan doen zonder de dramatiek van dit landschap geweld aan te doen.

‘De wereld is voor kinderen nu kleiner, voor automobilisten groter.’
Bewoner Barger-Compascuum

Verborgen Rijkdom

In de jaren zeventig kwam de opeenhoping van problemen in de Veenkoloniën op de politieke agenda. Bijna desastreus waren de milieuproblemen zoals de vervuiling van het water door de aardappelmeelfabrieken, en de stofstormen op de door de intensieve aardappelteelt overbelaste versleten dalgronden. Maar ook de sociale problemen door de hardnekkige werkeloosheid ontwrichtten de dorpen. De lage aantrekkelijkheid van het gebied werd nog versterkt door het gebrek aan recreatieve mogelijkheden. Door een speciale landherinrichtingswet (1979) werd in de Tweede Kamer geregeld dat de problemen in de Veenkoloniën geïntegreerd moesten worden opgelost. Behalve om landbouw ging het ook om verbetering van dorpen, natuur, recreatie, waterhuishouding en infrastructuur. Het wettelijk instrumentarium van landinrichting maakt het mogelijk met de grond te schuiven, ruimtelijk te ordenen. Hieraan voorafgaand werden uitgebreid alle waarden geanalyseerd: landbouweconomisch, cultuurhistorisch, ecologisch, recreatief, infrastructureel en stedenbouwkundig (zie Noorderbreedte 1988-2). In de periode van de nadere invulling van de plannen van de Herinrichting lanceerde Piet Ziel vanuit de gemeente Emmen het idee van het gebruik van de Verborgen Rijkdom voor versterking van de ecologie en verbetering van de leefbaarheid in de buitengebieden van de gemeente Emmen. In Verborgen Rijkdom wordt voortgebouwd op de beeldstructuur van Emmen. Een tekening van die structuur begint met de keileemruggen, beekdalen en kwelzones (vlakken). Daaroverheen komen de ontginningsstructuren van linten en verschillende verveningspatronen (lijnen en punten), met ten slotte de laag van de naoorlogse ontwikkelingen (lijnen vlakken en punten).

Kunst in de Herinrichting

De herinrichtingsplannen hebben vanaf het begin een traditie in het toepassen van beeldende kunst. In het boek Staat hier ergens een beeld? zijn meer dan honderd gerealiseerde beelden in de Gronings-Drentse Veenkoloniën beschreven. Voor het deelgebied Emmen lanceerde Harry Berg het idee binnen de Herinrichting niet uit te gaan van kunst op een sokkel, maar de kunst te integreren met het landschap. In de werkgroep KIEV (Kunst In de Emmer Veenkoloniën) groeide de gedachte de Verborgen Rijkdom als onderlegger te nemen voor een masterplan voor de beeldende kunst. Het Praktijkbureau (onderdeel van de door de overheid ingestelde Mondriaan-stichting, met als taak kunst in de openbare ruimte te begeleiden en te initiëren op museaal niveau) zag veel in de opzet. Zij suggereerde de werkgroep o.a. een aantal kunstenaars, waaruit Jeroen van Westen werd gekozen om het gedachtegoed uit te werken. Hij voegde de thema’s kleur en beweging toe aan de Verborgen Rijkdom en maakte zo een beeldende analyse van het landschap. Uiteindelijk stelt hij voor het landschap van de voormalige Emmer Veenkoloniën te beschouwen als een kunstwerk: het landschap een compositie van punten die nader aangeduid kunnen worden; een verhalende lijn met het centrale thema Water als onderwerp. Van Westen pleit voor een nieuwe Runde. Geen reconstructie op basis van oude kaartbeelden, maar als een handtekening voor een nieuw landschap waar water weer een rol van betekenis mag vervullen. Het moet een doorlopende lijn van water worden, met fiets- en wandelpaden erlangs; een ecologische verbinding dwars op de drukbereden wegen. De vorm van de beddingen van de beplanting erlangs verwijst naar elementen in het landschap. De Runde vormt de verbinding van de toekomstige rabattenbossen, spaarbekkens en recreatieplassen. Zo kan gebiedseigen water worden benut als een middel in de strijd tegen verdroging.

‘Er stond achter het dorp aan het pad een kouschuile. In de balken van deze schuur stonden de namen van geliefden gekrast. Dat was een echte schuilplaats, een ontmoetingsplek.’
Bewoner Roswinkel

Beleving van de bewoners

Een moderne landinrichting is veel meer dan een puur technische benadering van optimalisering van de land- en tuinbouw. Het is nadrukkelijk ook landschapsbouw die verantwoording aflegt tegenover de cultuurhistorie. Daarom kunnen bestuurders, landschapsarchitecten en kunstenaars via de landinrichting het beeld van het landschap versterken en daarmee de leefbaarheid verbeteren. Bij het vormgeven aan een landschap kan niet worden gestreefd naar een landschap dat af is, maar eerder naar een levend landschap, een landschap met een zichtbaar verleden en mogelijkheden voor de toekomst. Voor het op deze manier benaderen van een landschap is het van groot belang de geschiedenis van het landschap te kennen en de huidige beleving te kennen. Literatuuronderzoek kan veel bijdragen, maar de belangrijkste vorm van kennis ligt bij de bewoners. Wat zij zich herinneren, wat zij verwachten van het landschap wortelt in hun beleving van het landschap. Die beleving wordt gestuurd door de duur van hun wonen in het gebied, door hun mate van directe afhankelijkheid, door hun kennis van het beeld dat anderen hebben van hun woongebied.

‘Vroeger was het Oosterbos nog een echt veengebied. Een gebied waar je vrij was als kind, niemand viel je lastig, natuur en avontuur voor jezelf. Nu is dat met al die recreatieve paden en regels heel anders, te clean.’
Bewoner Klazienaveen

Werkateliers

Om in een zinvolle en gerichte dialoog met de bewoners te kunnen treden is een reizende tentoonstelling gemaakt waarin de Emmer Veenkoloniën werden voorgesteld als een kunstwerk vol Verborgen Rijkdom: een rijkdom die aan de hand van een waterloop beter zichtbaar gemaakt kan worden. Op de werkateliers werden de Verborgen Rijkdom en het plan Was getekend, de Runde mondeling toegelicht en werden de mensen uitgenodigd te vertellen over hun herinneringen, hun beleving en waardering van het landschap en hun toekomstverwachtingen. Leitmotiv was het water dat nu nauwelijks meer zichtbaar is. Het verdwenen riviertje de Runde leeft nog sterk in de herinnering van mensen. Tijdens de werkateliers kwamen de verhalen los. Zo vertelden mensen dat de Runde dicht tegen het maaiveld lag en rood zag van het ijzeroer, en dat ze wel eens overstroomde. Men vertelde over verdwenen winkels, wegen, klinkers, vogels en planten; over hoe het avontuur is verdwenen, over verbetering van woonomstandigheden, enzovoort.
Tijdens de werkateliers zijn drie bundels verhalen en tekeningen ontstaan: Een stroom van verhalen. Hierin staan de bouwstenen voor nadere detaillering van het landschapsplan. Gemeente, ontwikkelaars en dorpsbelangen hebben ze als culturele bouwstenen paraat.

Foxel na de werkateliers

Aan de veelvuldig verbouwde huizen zie je dat Foxel een levende gemeenschap is die niet meegegaan is met de ontvolking van het gebied. Het binnengebied van Foxel is niet meer voor algemeen gebruik. Dit betekent dat kinderen die even bij de achterburen of opa en oma willen spelen, helemaal om moeten lopen en de gevaarlijke autoroutes moeten gebruiken. Voor zo’n hechte gemeenschap (tweehonderd adressen en tweehonderd leden van de buurtvereniging) zou het een genot zijn wanneer het binnengebied hun eigen park zou kunnen worden. Het Rundeplan maakt dit mogelijk. De eerste schetsen gaan uit van een dwarsverbinding (ongeveer het tracé van een Romeins planken voetpad) en een verbinding langs de Runde zelf. Een forse waterpartij en een avontuurlijke speelzone langs de achtertuinen. De Runde komt open te liggen door de resterende ruimte als weilandjes te benutten.

Roswinkel na de werkateliers

In Roswinkel blijkt uit de verhalen dat de mensen de lange historie goed kennen maar nauwelijks nog kunnen aanwijzen in het landschap: winkeltjes, wandelpaden, bruggen, de leidijken, paddepoelen (pingoruïnes), de ijsspoorweg. Een aantal elementen is te realiseren binnen de Herinrichting.
Geïnspireerd door de voormalige Roswinkelerschans heeft Jeroen van Westen een aarden wal ontworpen die openstaat naar de bron van de Runde. Het is een onderbreking in de stroom en tegelijkertijd een bron waar water uit stroomt, gelegen aan het wandelpad. Je kunt erin afdalen naar het water en zachte veenkussens aanraken. Door een transparante ruit rondom wordt geluid afgeweerd en kun je in stilte het omringende landschap bekijken. In ijzeren bodemplaten worden woorden gegraveerd die horen bij het landschap: een opsomming van de maaginhoud van het veenlijk van Erica, woorden over waterbeheersing, zoals stuwen en sluisjes, verdwijnende dialectwoorden, en dergelijke. Dit Fort voor het Water is geen verdedigingswerk, maar een verbeelding van het veenlandschap. Een soort openluchttheater waar evenementen kunnen worden gehouden. Een recreatief element gekoppeld aan het dorp Roswinkel.

Kwaliteitskoers

Planvorming in dorpslandschappen gaat niet vanzelf. In Foxel en Roswinkel blijkt dat pas wat kan veranderen als alle wijzers in dezelfde richting staan. De lokale gemeenschap moet er helemaal achter staan. Op gemeentelijk niveau moet de verandering ingebed zijn in een door de raad doorleefde kwaliteitskoers. De ministeries en provincie dienen de ontwikkelingen op het hoogste schaalniveau – de Runde als ecologische en landschappelijke corridor – met hun beleid te ondersteunen. Een landelijke en een Europese culturele dimensie geven steun in de rug. Op alle niveaus moet steeds aan de inbedding gewerkt worden. Je zou kunnen zeggen dat je bij ontwikkeling van het dorpslandschap bij voortduring op de schaakborden van alle schaalniveau’s moet blijven spelen.

Visie

De visie laat zich als volgt samenvatten. Verzamel alle gegevens en ideeën uit boeken, van mensen, uit materiaal waar een zekere passie in gelegd is. Doe waarnemingsstudies, maar breng geen hiërarchie aan in de informatie. Het verhaal van de slager is even belangrijk als dat van de burgemeester. Koppel dit vervolgens aan je eigen deskundigheid, kennis en visie. Geef dit terug aan de mensen in het veld: alleen visie, nog geen ontwerp! (zie Was getekend, de Runde op het internet: www.jvanwesten.nl). Laat de visie door associaties van anderen verrijken. Maak vervolgens daarmee de plannen.

‘Veel mensen ervaren dit landschap als koud en kil. Doe iets wat warmte geeft, kleur, gevoel. Doe langs de Runde nu eens heel iets anders.’
Bewoner Zwartemeer

Vier stappen

Wezenlijk voor het creëren van draagvlak in Foxel en Roswinkel en vooral inbedding in het beleid van Rijk, provincie en gemeente waren de vier stappen:
1 Verleiding. Laat zien wat er achter de horizon ligt. In de begintijd van de Herinrichting werden allerlei kansen gevisualiseerd. Vooral het gebruik van associatieve beelden verruimt het blikveld.
2 Metaforen. Met elkaar praten aan de hand van begrippen als Verborgen Rijkdom en denken in ‘De stroom van verhalen’, of door uit te gaan van de opvatting dat het landschap een kunstwerk is, maakt dat ieder over de denkbeelden kan communiceren.
3 Draagvlak en denkkracht. Door de verleiding en de metaforen uit te dragen en te koppelen aan de collectieve herinneringen wordt denkkracht gemobiliseerd. Nieuwe allianties komen naar voren en er ontstaat draagvlak voor verandering.
4 Sleutelprojecten. Tijdens het planproces dienen er successen te zijn. Kleine, of grote, vaak al lopende verbeteringen die illustratief zijn voor het gedachtegoed. Nieuwe wegbeplantingen, heropening en nieuwe aanleg van kleinschalige verbindingen, de ontwikkeling van het landgoed Scholtenszathe en het Fort voor het Water zijn daarvan voorbeelden, daarmee wordt vertrouwen gewekt.

Geen weg terug

Wij verwachten dat er geen weg terug meer is. Het is het begin van een nieuwe beleidsperiode. Hoewel we nog steeds de kloof voelen tussen enerzijds de architecten en kunstenaars met onze verhalen over de verborgen rijkdom van een landschap en anderzijds de grote-stappen-snel-thuis-plannen van grote technische adviesbureaus en delen van het gemeentelijk apparaat. Blijven het twee werelden of gaan ze elkaar beïnvloeden? De recente instelling door de gemeente Emmen van een brede werkgroep voor het Rundedal, dwars door alle gemeentelijke diensten heen, is veelbelovend. Ook wij gaan gewoon door.

Trefwoorden