In de serie over de mooiste gebouwen van Noord-Nederland, financieel mogelijk gemaakt door architectenbureau Holvast en Woerden, is deze keer Ab Timmermans aan zet. Ir. J.A.F.A. Timmermans heeft bouwkunde gestudeerd in Delft. Daarna was hij 12 jaar projectleider stedenbouw bij de Rijksdienst Monumentenzorg voor Noord-Nederland en vervolgens 12 jaar wethouder ruimtelijke ordening en volkshuisvesting voor de PvdA in Leeuwarden. Sinds 1998 is Ab Timmermans directeur van Hûs & Hiem, het bureau voor welstandsadvisering en monumentenzorg in Friesland.

Bij de Rijksdienst Monumentenzorg leerde Timmermans alle gebouwen in Noord-Nederland kennen, vooral de oudere. ‘Toen ik gevraagd werd voor Noorderbreedte om mee te doen aan deze rubriek, dacht ik dat is leuk, maar toen ik vervolgens ging na denken, kwam ik in gewetensnood. Het is verschrikkelijk lastig en tevens zo voorspelbaar wat je zou kunnen kiezen.’ Maar na lang nadenken kwam Timmermans vrij gedecideerd met zijn keuze: het Landbouwcentrum aan de Tesselschadestraat 7 in Leeuwarden. ‘Het is niet zo dat dat gebouw voor mij altijd al op nummer één stond. Naast het vernieuwde Fries Museum van Gunnar Daan, het Woudagemaal in Lemmer, het Anthonie Gasthuis in Leeuwarden en anderen rees dit gebouw er langzaam bovenuit.’

Sober en helder gebouw

Ab Timmermmans rijdt regelmatig door de Tesselschadestraat, het ‘kantorendistrict’ van de Friese hoofdstad, en kwam zo in de straat met de architectuur op snelweg niveau. ‘Wanneer ik door die straat reed, viel het gebouw van het Landbouwcentrum steeds duidelijker op. Je moet er even bij stil blijven staan anders ontgaat het je. Het uitermate sobere en heldere gebouw van architect Piet Zanstra van het Amsterdamse architectenbureau Zanstra, Gmelig Meyling en De Clerq Zubli is prachtig van verhouding. Het is gebouwd in 1969. Opdrachtgever Rijksgebouwendienst gunde het aannemersbedrijf P.R. Wiersma uit Leeuwarden de uitvoering.’
‘De maatvoering is prachtig en de opzet van het gebouw is krachtig: het is een heldere doos met glazen panelen met daarbinnen een kern waar alle kamers omheen zitten. In die kern zitten alle facilitaire zaken als trappenhuis, energieleidingen en dergelijke. Rond die kern bevindt zich een los scherm of skelet dat als een raster van gewassen grind beton met openingen van drie bij drie meter het gebouw een geweldige rustige opbouw geeft en een perfecte overgang van binnen naar buiten oplevert. Het gebouw is ongelooflijk tijdgebonden en ik vind dat het altijd mooi zal blijven.’

Filmzaal

‘Doordat er zich door de constructie geen grote ruimtes in het gebouw bevinden, is de filmzaal voor het gebouw geplaatst. Die gesloten doos knalt uit de grond en valt op door een beschildering in bonte kleuren, ontworpen door de vroegere Amsterdamse kunstenaar Hans Koetsier. Tegenwoordig wordt de schildering verzorgd door Marte Röling. De oranje-rode invalidenbaan, een dunne zig-zagbaan, die zich eveneens voor het gebouw bevindt is er later aan toegevoegd. Het is een ontwerp van de Groningse architect Pim Benus.
Het Landbouwcentrum is een mooi voorbeeld van zestiger jaren architectuur. ‘

Het Landbouwcentrum bood onderdak aan alle afdelingen van het Ministerie van Landbouw. Na sanering van de afdelingen over de drie noordelijke provincies – een paar jaar geleden – zit het Ministerie van Landbouw er nog gedeeltelijk in met de Dienst Landelijk Gebied en het Landbouw Economisch Instituut. Daarnaast zijn ook de Plantenziektekundige Dienst, de Belastingdienst en de Districts Psychiatrische Dienst in het gebouw gehuisvest.

Andere cultuurvelden

Gevraagd naar andere cultuurvelden antwoordt Ab Timmermans: ‘Op het gebied van de muziek ben ik een ontzettende veelvraat. Ik vind cello muziek erg mooi, bijvoorbeeld de Bach suites, maar ik kom uit de Rolling Stones tijd en die muziek draai ik ook graag. Mijn favoriete schilderkunst behoort tot de moderne zoals Paul Klee en Baselitz. Wat betreft literatuur lees ik bij voorkeur Amerikaanse schrijvers als Philip Roth en Isaac Bashevis Singer. Mijn favoriete landschap
is het Oldambt met zijn uitgestrekte landerijen met enorme lappen zwarte klei en doorsneden door dijken. Ik zou er niet willen wonen, want ik ben een stadsmens.’