Mensen nemen regelmatig beslissingen over hun woonplek. Gaan ze weg, gaan ze ergens naar toe, blijven ze? Bemoeien ze zich alleen met het eigen erf, met het woongebied, met het omringende landschap? Die keuzen zijn individuele antwoorden op economische en culturele processen, die zich afspelen op ruimte- en tijdschalen waar individuele mensen en groepen niet bij kunnen. Willen we iets kunnen zeggen over de relatie tussen dorpslandschappen en verstedelijking, dan moeten we een indruk hebben van die grootschalige autonome processen en van de karakteristieken van de groepen die onze dorpslandschappen bevolken.

Versnelling en vertraging
Mensen wisselen steeds vaker van baan of hebben twee banen tegelijk. Het aantal banen per huishouden neemt toe. Steeds meer mensen verschijnen niet meer als werknemer, maar als freelancer op de arbeidsmarkt. Tegen de nieuwe flexibiliteit is niet meer op te verhuizen. Men kiest steeds meer een vaste woonplek van waaruit men binnen een redelijke reisafstand zo veel mogelijk kansen heeft: zo veel mogelijk potentiële werk- en opdrachtgevers. Bedrijven zoeken diezelfde plekken op. Daar hebben ze de grootste keus uit potentiële werk- en opdrachtnemers en toeleveranciers, en de grootste markt.
Een tweede grootschalige ontwikkeling is dat mensen steeds hogere eisen stellen aan hun woonomgeving. Meer dan 70% van de bevolking wil een ruim en aanpasbaar (half)vrijstaand h…