De grote veldmuizenplaag in Friesland trekt een record aantal ransuilen aan en daarnaast ook andere vogels. Bioloog Harry Wijnandts en uilenexpert Johan de Jong over hoe zich dit verder ontwikkelt.

De grote veldmuizenplaag in Friesland trekt een recordaantal ransuilen aan en daarnaast ook andere vogels. Bioloog Harry Wijnandts en uilenexpert Johan de Jong over hoe zich dit verder ontwikkelt.

Toename uilen

De veldmuizenplaag in Zuidwest Friesland trekt een recordaantal ransuilen aan. De veldmuis is namelijk een belangrijke voedselbron voor deze uil. Uit braakballenonderzoek in Friesland blijkt dat 90 procent van de braakballen uit veldmuis bestaat. De verwachting is dat het percentage dit jaar alleen maar hoger wordt. Er is op dit moment dan ook een recordaantal ransuilen aanwezig. Vorig jaar werden er ongeveer 750 geteld en dit jaar 1750. De ransuilen hebben door een overvloed aan voedsel een goed broedseizoen en er worden veel eieren gelegd. Het gevolg is dat er deze winter extra veel jonge ransuilen zijn.

Muizenplaag

Er is op dit moment een grote veldmuizenplaag in Zuidwest-Friesland omdat de condities perfect zijn om zich voort te planten. De veldmuizen zijn altijd in de regio aanwezig geweest, alleen niet in zulke grote aantallen. Het gebied in Zuidwest-Friesland is perfect omdat het er nooit droog is, een lage waterstand heeft en de kwaliteit van het gras ideaal is. Daarnaast is het een zachte winter geweest en wordt er illegaal gejaagd op roofvogels, de natuurlijke vijand van de veldmuis. ‘Er is sinds de jaren vijftig niet meer zo’n grote plaag geweest’, zegt Wijnandts. Ook plant de veldmuis zich heel snel voort. Als je aan het begin van een muizenplaag niet ingrijpt, is het heel lastig om dit later nog aan te pakken.

Andere uilen

Naast de ransuilen trekt de muizenplaag ook andere dieren aan. ‘De tafel staat gedekt’, lacht De Jong. Wijnandts noemt de blauwe reiger, buizerd en de torenvalk. Twee andere uilensoorten die ook jagen op de veldmuis zijn de kerkuil en de velduil, volgens De Jong. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat er van de kerkuil twee keer zoveel broedparen zijn als vorig jaar. Dit jaar waren er 450 paren, daarvoor 240. De kerkuil heeft dit jaar gemiddeld 4,7 jongen. Normaal zijn dit er twee à drie. Er zijn ook nog 108 tweede broedsels geweest en acht derde broedsels.

De velduil is daarnaast ook een grote jager op de veldmuizen. Normaal heeft de velduil 30 tot 50 broedparen over het hele land. Nu heeft de uil alleen al in Friesland 50 broedparen. De velduil komt vanuit Scandinavië en blijft zwerven totdat het in een gebied komt met veel voedsel. Als er geen voedsel is, trekt ze weer door naar het zuiden. Door de invasie van de veldmuis is de velduil nu hier gebleven. Uit het braakballenonderzoek blijkt dat 98 tot 100 procent van het voedsel van de velduil bestaat uit veldmuis. De Jong maakt een ruwe berekening: ‘door de groep van de drie uilensoorten zijn dit jaar zes miljoen veldmuizen gegeten. Dat is nog nooit zoveel geweest.’ De genoemde uilen zijn geen concurrenten van elkaar. Ze hebben allemaal een eigen territorium. De ransuilen jagen in groepen. De kerkuil daarentegen niet. De Jong vindt de uilengroei een goede en positieve ontwikkeling. ‘Geweldig!’

Toekomst

Volgens De Jong heeft het hele land last van muizen. De veldmuizen en daarmee ook de ransuilen hebben zich ook al verspreid over de omliggende provincies Drenthe, Groningen en Overijssel. Ook uit Engeland en België ontvangt De Jong hierover berichten. Wijnandts denkt alleen niet dat de muizenpopulatie zo groot zal worden als in Zuidwest-Friesland.

De muizenplaag zal alleen niet lang meer duren. De Jong verwacht dat de sneeuw, de vorst en de regen de veldmuizenplaag de kop in zal drukken. De muizengangen zullen hierdoor onder water lopen en bevriezen. Hij verwacht dat de muizen zich niet meer voortplanten of een natuurlijke dood sterven. De Jong denkt dat de uilen meer gaan trekken, maar dat de meeste uilen hier zullen blijven hangen.

Het grote aantal ransuilen zal uiteindelijk ook weer afnemen. Op een gegeven moment zal het voedselaanbod namelijk ook verminderen, de ransuilen zullen daardoor kleinere broedsels leggen. Wijnandts verwacht niet dat er dit voorjaar al minder uilen zullen zijn. Pas vanaf volgend voorjaar kunnen we minder ransuilen verwachten.

Trefwoorden