Elke regio kent haar eigen plekken met volksverhalen. In onze driedelige serie ‘Het volksverhaal’ zoeken wij mooie verhalen op uit het Noorden en onderzoeken wij of er een kern van waarheid in de verhalen schuilt. Vandaag ‘de hoefijzers van Huninga’ in Beerta.

Het volksverhaal

In Beerta staat een mozaïekbankje dat het verhaal vertelt van Sebo Huninga uit de zeventiende eeuw. De oude boerderij de Huninga Heerd en de kerk in Beerta zijn hiermee verbonden. Over Sebo Huninga gaat het volgende verhaal:

De stad Groningen wilde de macht hebben over heel ‘t Oldambt. Dit ging niet makkelijk want Sebo Huninga die daar op een burcht in Beerta woonde, accepteerde dit niet. Zo kwam er oorlog tussen de stad en Huninga. Het lukte de soldaten van de stad echter nooit om Huninga’s burcht in te nemen. Ze waren bang voor hem omdat hij zo strijdvaardig in de oorlog was. Als ze aan de paardensporen zagen dat hij thuis was, keerden ze dan ook gauw weer om. Als ze dachten dat hij niet thuis was, zagen ze opeens dat hij toch binnen was met al zijn volk. Ze begrepen er niets van, hoe was het toch mogelijk? Aan de sporen van de paarden was duidelijk te zien dat hij uitgereden was. Maar als ze dan bij de ophaalbrug waren om zijn burcht in te nemen, stond Huninga hen al op te wachten. Niemand begreep het en het was een groot geheim. Zo lang als Huninga leefde, kon de stad er geen baas worden. Toen hij gestorven was, werd het geheim bekend; zijn paarden hadden de hoefijzers achterstevoren onder, daarom waren hij en zijn volk thuis als iedereen dacht dat ze net waren uitgegaan.

Geschiedenis

Huninga uit het volksverhaal heeft echt geleefd. Jonkheer Sebo Eppens Huninga van Oostwold werd in 1605 geboren. Hij was de jongste van zeven kinderen. Rond 1626 trouwde hij met Tijade Doedes Tiddinga. Huninga ging met haar wonen op de Tiddingaborg in Beerta. Deze heeft Tiddinga geërfd van haar ouders. Haar vader, Doede Luerts Tiddinga, was hier jonkheer. De borg werd later omgedoopt tot de Huningaborg.

Verzet

Sebo Huninga verzette zich inderdaad hevig tegen het optreden van de stad Groningen. Op 10 augustus 1639 werd een verdrag opgesteld waarin het volk verklaarde dat zij het gezag van Groningen niet meer accepteerde. Ze zouden er alles aan doen om het gezag te stoppen en wilden hier zelfs ‘goed en bloed’ voor opofferen. Als hun volmachten benoemden zij onder andere Sebo Huninga.

Aanklacht

Als reactie op deze opstand klaagde Groningen de volmachten aan. Zij moesten voor het gerechtshof komen. De volmachten kwamen alleen niet opdagen. Het lukte Groningen ook niet om Sebo Huninga te arresteren. De vogel was gevlogen, Huninga was nergens te bekennen. De Raad van Groningen veroordeelde Huninga hierop tot de doodstraf. Opnieuw wilde Groningen Huninga gevangen nemen, maar zonder succes. Het vonnis werd toen bijgesteld tot verbanning uit Groningen, de Ommelanden, Oldambt en alle gebieden waar Groningen de macht had. Als Huninga zich in één van deze gebieden zou laten zien, zou hij alsnog de doodstraf krijgen.

Opstand

De Ommelanden kwamen hierdoor ook in opstand tegen de macht van de stad Groningen. Zij vonden dat de stad niet zomaar iemand kon verbannen uit een gebied waarin Groningen niet de macht had. De Ommelanden namen daarom Huninga in bescherming. Tot die tijd zwierf hij waarschijnlijk rond in de omgeving. Zij richtten een brief over hun ongenoegen aan de Staten-Generaal in Den Haag, die zich vervolgens met de zaak gingen bemoeien. Zij kwamen met een uitspraak dat alle processen tussen de stad en Huninga werden geschorst, dat zij Huninga in bescherming namen en dat alle opstandelingen moesten stoppen met hun verzet. De Oldambtsters en de Ommelanders lieten het hier niet bij zitten en de strijd tussen de stad en haar omgeving bleef nog enkele jaren duren. Het kwam in 1648 zelfs tot een gewapende aanval van beide kanten. In een uitspraak in 1649 kozen de Staten-Generaal alsnog de kant van de stad Groningen om de situatie niet te laten escaleren. De zaak was hiermee gesloten, beide partijen mochten elkaar niet meer lastigvallen over deze kwestie.

Overlijden

Van Sebo Huninga werd nog weinig vernomen. Waar hij verbleef onder de bescherming van de Staten-Generaal, is ook onduidelijk. In 1661 overleed hij en werd hij begraven in de kerk in Beerta. Op zijn grafsteen staat de volgende tekst:

Anno 1661, den 15 april, is de weledelgeboren en gestrenge joncker Sebo Huninga van Oostwolt, out 56 jaeren, in den Heeren christelyck ontslaepen.

Ick heb op deser aerd gestreeden,
In ongemack en moeilikheeden;
Ik heb geyvert voor ’t gemeen,
Nu rust ick onder desen steen. 

Huninga Heerd

Rond 1857 werd de borg afgebroken. Tegenwoordig staat daar een oude boerderij, de Huninga Heerd. Dit is een Rijksmonument. In de tuin van de Huninga Heerd staan vier pilaren, mogelijk zijn dit de overblijfselen de originele borg.

Mozaïekbankje

In het centrum van Beerta staat sinds 2012 een bankje van mozaïek. Het bankje is onderdeel van het project ‘In grote lijnen, de Oldambt verhalenbanken’ dat begeleid wordt door kunstenaars Ronald Raaijmakers en Liesbeth Peeters. Deze banken worden ‘socialsofa’s’ genoemd en verbeelden allemaal een verhaal.  De banken worden vaak gemaakt in samenwerking met basisscholen en zijn geïnspireerd op kindertekeningen. De voorkant van de bank laat zien hoe de Huninga Heerd er tegenwoordig uitziet, op de achterkant staat de oude Huningaborg. In het mozaïekwerk zie je Sebo Huninga te paard van zijn borg weglopen, alleen de afdrukken van hoefijzers staan verkeerd op het pad. Precies zoals verteld in het volksverhaal.

Conclusie

Veel uit het volksverhaal is echt gebeurd. Het verhaal van de hoefijzers is naar alle waarschijnlijkheid niet waar. Het verhaal is een bekend motief in verschillende volksverhalen. Bijvoorbeeld in verhalen over een baron in Britsum, ridders in Limburg en heren van Mechelen en Grimbergen. Het verhaal wordt ook genoemd in het gedicht van Derk Sibolt Hovinga (1909-1990). Het klopt wel dat de Groningers Huninga gevangen wilde nemen maar dat dit niet lukte.

Dit was het laatste deel in onze serie volksverhalen.

Bronnen

– Groninger Archieven
– Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed

– ‘Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek’ deel 3, door P.C. Molhuysen en P.J. Blok (1914)
– ‘Nederlandse overleveringen’ deel 2, door A. ter Laan (1981)
– ‘Spinnen in het web: Groningse regenten in relatie tot het omringende platteland tijdens de Republiek’, door H. Feenstra. (2007)
– ‘Challenging Authority: The Historical Study of Contentious Politics’, door Michael P. Hanagan, Leslie Page Moch enWayne te Brake. (1998)

– http://www.socialsofa-oldambt.nl/nieuws.php (Website socialsofa’s)
– http://www.hetverhaalvangroningen.nl/verhalen/verbanning-van-sebo-huninga/verhalenbank-beerta
– http://www.genealogieonline.nl/stamboom-swijgman-en-feiken/I4262.php
– http://www.nazatendevries.nl/